HL2021terugblik

Op pelgrimstocht naar het Heilig land

In het contactblad ‘De Feniks 2020’ lazen wij een mooi interview met Kristel die deelnam aan de pelgrimstocht in Palestina in 2020. Het artikel heeft Hubert Swalens uit Grimbergen gemaakt.

 

“ De pelgrimstochten– quid nunc viator – zijn in de eerste plaats voor jongeren bedoeld. Maar voor één bestemming maken ze een uitzondering: er is één reis naar het Heilig Land waarvoor geen leeftijdgrens wordt gehanteerd. Wie zijn dan de “ouderen” die daaraan deelnemen?

Kristel Mot, bijvoorbeeld. Kristel woont sinds een aantal jaren met haar gezin in Beigem en is daar compleet geïntegreerd in het dorps- en verenigingsleven. De oudste zoon is voorzitter van de Rochusstars, de jeugdafdeling van de Rochusvrienden, de tweede is voetballer en trainer bij FC Beigem, de dochter speelt muziek bij de Rochusvrienden en toneel bij Hand in Hand – dat is ook een beetje een Beigemse vereniging. Kristel is  lerares Spaans aan het CVO Semper in Strombeek-Bever, werkte mee met ‘Beigem Brandt’ en ‘Beigem belicht’, en was lange tijd lector in de abdijkerk van Grimbergen.

 

Hoe ben je bij de pelgrims van “quid nunc viator” beland?

Ten eerste ken ik pater Karel al meer dan dertig jaar. Ten tweede, onze oudste zoon Gilles heeft de reis vorig jaar meegemaakt en hij was er enthousiast over. Vandaar mijn belangstelling. Er waren in de groep nog deelnemers die goesting hadden gekregen door de verhalen van anderen te horen.

Wel kende ik vooraf niemand van de medereizigers. De meesten waren pas gepensioneerd of zouden gauw met pensioen gaan. Zowat de helft waren onderwijsmensen, dat was fijn voor mij.

Hoe zou je de reis typeren: moeilijk, avontuurlijk, uitzonderlijk?

Niet echt moeilijk, we zochten ook niet het avontuur, maar het was wel uitzonderlijk door de combinatie van drie elementen: de natuur en cultuur van het land; de confrontatie met een land dat in een zwaar conflict is betrokken; en het programma, dat ons soms tot een dialoog met onszelf dwong.

De benaming “Heilig Land” verwijst naar het land waar Jezus leefde, en je kan er zowel Israël als de Palestijnse gebieden mee aanduiden. We stapten door prachtig natuurgebied, en tegelijk bestaat daar een rijke cultuur en geschiedenis, waarbinnen het leven van Jezus uiteraard een hoogtepunt vormt.

Wat was jouw belangrijkste motief om aan de reis deel te nemen?

Behalve dat het land zelf me aantrok, ook de kans die ons werd gegeven om met onszelf bezig te zijn. We hebben vier dagen in de woestijn gestapt. We kregen van pater Karel dan één vraag die met de kern van ons leven te maken heeft, zoals: hoe zet jij je in voor andere mensen? Welke voldoening bied je daardoor aan die mensen? En welke voldoening beleef je er zelf aan?

Vaak stapten we in stilte voort, soms zaten we even met de groep samen, maar het bleef altijd wel een persoonlijke confrontatie. De stilte en het weidse landschap bevorderden dat.

Was iedere deelnemer er met een gelijkaardige instelling heen gekomen?

Vanwege hun leeftijd droegen de meesten al wel een rugzak mee met persoonlijke belevenissen. Er zijn in de loop van de reis wel nogal wat verhalen naar boven gekomen, ook heel persoonlijke, maar die hebben we altijd heel discreet behandeld. Eén tocht moesten we helemaal alleen afleggen, ze eindigde met een persoonlijk gesprek met pater Karel; het was een soort eigentijdse biecht, maar vooral een heel mooi moment om mee te maken.

Tegelijk was het een groeps-gebeuren.

Dat bijna iedereen vanuit dezelfde motivatie deelnam maakte dat natuurlijk gemakkelijker. Maar er werd ook wel aan gewerkt. Behalve Karel zorgden twee mede-reisleiders daarvoor, Tom en Katelijne. Dat begon al bij het vertrek in de luchthaven, waar we allen hetzelfde groene sjaaltje kregen. Iedereen kreeg ook een budddy, die je niet uit het oog mocht verliezen, en met wie je dan automatisch de eerste contacten legde. Ik herinner me ook goed het gesprek dat we allen de eerste avond hadden over onze motivatie om mee te doen, dat schiep een band.

De deelnemers waren door hun geloof met elkaar verbonden. Hielp dat?

Het maakte de contacten vlotter. Er waren ook enorm veel plaatsen die aan Jezus herinnerden maar daarnaast ook naar andere figuren en verhalen, uit het Oude Testament dan. We hadden gidsen die ons de nodige duiding gaven, en we stelden ook wel eens de kritische vraag “is het wel waar, heeft Jezus hier echt gelopen?” Mensen willen iets zien, en dan gebeurt het wel eens dat je dingen te zien krijgt zoals een voetafdruk van een Jezus, die blijkbaar met schoenmaat 51 of meer gezegend was. In Jeruzalem bezochten we dan wel het huis waar Jezus zijn laatste uren in een kerker doorbracht, voor hij aan het kruis werd genageld en daar voel je toch wel heel sterk dat je in het juiste voetspoor van Jezus zit.

Er lopen in Jeruzalem wellicht meer toeristen dan pelgrims.

Dat viel mee. Het Corona-virus was al in het nieuws tijdens onze reis en daardoor was het gevoelig minder druk. We hebben “slechts” twee uur moeten aanschuiven om in de kerk van het Heilig Graf binnen te geraken. Maar er was wel een religieuze inbreng in het programma.

Die was er in hoge mate.

We zijn tijdens onze tocht onder andere aan de Jordaan geweest op de plek waar Jezus door Johannes zou gedoopt zijn. Pater Karel heeft ons daar opnieuw gedoopt, en dat was een ernstig en betekenisvol moment voor ons allen. We hebben midden in de woestijn Aswoensdag gevierd en er allen een Askruisje gekregen, en op vrijdagavond hadden we een dankviering in een plaatselijke kerk in Beith-Sahour, een stadje op de westelijke oever van de Jordaan, dicht tegen Bethlehem.

Behalve Joden en Moslims wonen in het “Heilig Land” ook heel wat christenen, katholieken,  orthodoxen en protestanten. We zijn tijdens onze reis twee dagen in Jeruzalem geweest, maar de rest van het programma vond plaats in Palestijns gebied. Onze plaatselijke gidsen waren Palestijnse christenen.

Hebben jullie dan ook overnacht in Palestijns gebied?

Zeker, we sliepen in een “guesthouse” dat gerund wordt door Palestijnse christelijke vrouwen. Met de winst die ze daarmee maken onderhouden ze een tehuis waar overdag kinderen worden opgevangen, ook een tehuis voor gehandicapten en een crèche. Die voorzieningen maken het voor andere vrouwen dan weer mogelijk om buitenhuis betaald werk te vinden.

We hadden in onze groep nogal wat mensen uit Merchtem. De KVLV – nu Ferm – van Merchtem had een som geld ingezameld om voor de kinderen buitenspeeltuigen aan te kopen, en ze hebben die cheque tijdens onze reis overhandigd. We hebben één keer overnacht in een bedoeïenentent, want er zijn in Palestina nog mensen die als nomaden leven. Een geweldige ervaring.

Hadden jullie contact met de plaatselijke bevolking?

Dat was niet zo gemakkelijk, want het corona-virus, of beter de schrik voor het virus, had zich ook bij hen al verspreid. We hadden natuurlijk wel gesprekken met de plaatselijke gidsen, en die vertelden ons allen hetzelfde verhaal: de Palestijnen worden constant

gepest. Het normaal leven wordt er heel vaak onderbroken door allerhande controles, en er is in het gebied weinig toekomstperspectief. De christelijke Palestijnen worden daarbij over dezelfde kam geschoren als de Moslims.

Wat was voor jou het mooiste moment van de reis?

De zonsopgang boven de Dode Zee. We trokken er te voet naartoe vanuit de bedoeïenentent; we waren om 3 uur in de nacht daarvoor opgestaan, en we hielden ter plaatse een korte bezinning. Prachtige beelden, en een onvergetelijke belevenis. Wie in Israël komt, bezoekt natuurlijk, zoals ook wij, het holocaustmemoriaal Yad Vashem in Jeruzalem. Geen mens blijft daar onbewogen bij. Maar de wijze waarop ze nu omgaan met de Palestijnen roept ook vragen op.